Mantelzorger wordt steeds meer belast
Mantelzorgers spelen een sleutelrol in de langdurige zorg voor mensen met een beperking. Bijna alle deelnemers aan het onderzoek krijgen ondersteuning van met name familie en andere mensen uit hun netwerk zoals buren en vrienden. Het gaat dan om allerlei zaken, zoals ziekenhuisbezoek, sociaal gezelschap, ondersteuning bij uitjes en persoonlijke verzorging en hulp bij de administratie en financiën. Naasten zijn dan ook onmisbaar voor de ervaren kwaliteit van zorg, ondersteuning en leven.
Mantelzorgers weten vaak als geen ander wat hun familielid met een beperking nodig heeft aan zorg en ondersteuning. Om de kwaliteit van de zorg en ondersteuning op peil te houden, moeten familie en naasten alerter zijn en vaker bijspringen of instructies geven aan zorgpersoneel. De keerzijde van de medaille is dat er meer druk komt te liggen op mantelzorgers als gevolg van de vele personeelswisselingen én het personeelstekort in de gehandicaptenzorg. Zij worden steeds meer belast.
Veel wisselend personeel
De meeste deelnemers aan het onderzoek (68 procent) zeggen dat zij meestal vaste begeleiders of zorgverleners hebben. Toch is een hoog personeelsverloop een punt van zorg. Dit gaat namelijk volgens respondenten ten koste van de kwaliteit van zorg en ondersteuning. Wisselende gezichten geven onrust. Bovendien weet onbekend personeel vaak niet welke zorg of ondersteuning gewenst is. Zo zegt een respondent dat wisseling in (zorg)personeel voor mensen met een verstandelijke beperking erg moeilijk kan zijn, en het kan ‘lang duren voordat er een band ontstaat’.
Respondenten vinden wisselend personeel niet altijd bekwaam. Hun aanwezigheid heeft invloed op het aantal incidenten dat plaatsvindt, zoals verkeerde medicatie, agressie of ongelukken. Volgens 51 respondenten zijn de incidenten die zij meemaken te wijten aan de onbekwaamheid van personeel. Overigens heeft niet alleen wisselend personeel, maar ook een tekort aan personeel impact op het aantal incidenten.
Wachtlijsten
Een op de vijf deelnemers aan het onderzoek staat op een wachtlijst. Het gaat dan om een passende woonplek, logeeropvang of dagbesteding. Als gevolg hiervan ontvangen zij op dit moment geen passende zorg en ondersteuning. Er komen vijf signalen naar voren: een deel staat op meerdere wachtlijsten; er is sprake van bureaucratie rondom wachtlijsten en zorgkantoren; er is onvoldoende overzicht, transparantie en aanbod van plekken in de regio; er zijn onvoldoende plekken passend bij niveau en problematiek; er zijn problemen met het vinden van zorgverleners of een plek bij zorgaanbieders door personeelstekorten.
Niet alleen mensen die op een wachtlijst staan zijn bezorgd. Mensen die nog niet op een wachtlijst staan, hebben nu al ernstige zorgen over de vraag of zij in de toekomst een passende, fijne plek zullen vinden. Zeker wanneer zij niet meer thuis (bij hun ouders) kunnen wonen.
Kwaliteit van zorg
Uit het onderzoek rijst een beeld van een specifieke groep mensen met een beperking die last heeft van de knelpunten in de gehandicaptenzorg. Het gaat vooral om mensen met een meervoudige en complexe zorg- en ondersteuningsvraag. Zij hebben een VG7-indicatie of een ggz-indicatie. Ze wonen vaker in een instelling en staan vaker op een wachtlijst. Ook hebben zij vaker slecht contact met hun begeleiders en vaker te maken met wisselend personeel en personeelstekorten – en het meeste belang bij een bekend gezicht. Het is voor hen het lastigst om een passende plek te vinden, zij worden het minst betrokken bij de zorg en ondersteuning die ze krijgen en hun mantelzorgers ervaren vaak de zwaarste belasting.
Aanbevelingen voor verbetering kwaliteit van zorg
In het rapport staan aanbevelingen om de kwaliteit van zorg voor mensen met een beperking te verbeteren. Alle partijen die een rol spelen in de sector moeten zich daar actief voor inzetten. Daarom richten de aanbevelingen zich op meerdere partijen, en dan met name het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, VGN, zorgaanbieders, zorgkantoren en Zorgverzekeraars Nederland en cliënten- en naastenorganisaties.
Mantelzorg is een goed voorbeeld waar meerdere genoemde partijen een rol kunnen spelen. Ieder(in) vindt dat naasten die meer willen bijdragen in de zorg en ondersteuning, daarin gefaciliteerd moeten worden; dat in alle cao’s ruimte moet worden geboden voor mantelzorg; dat zorgverleners moeten investeren in de samenwerkingsdriehoek van persoon met de beperking, mantelzorger en zorgverlener; en dat er moet worden geïnvesteerd in een groter aanbod van logeeropvang en respijtzorg.